Belu- beluchting

Om een goede bodembeluchting te verkrijgen dienen per boom minimaal twee beluchtingkanalen geplaatst te worden, bestaande uit vijf segmenten die op een BELU-T-stuk worden geplaatst. Het BELU-T-stuk verbindt dit met de beluchtingslang, type Aireal Tube. De Aireal Tube dient als een ringleiding aan de buitenzijde van het plantgat geplaatst te worden op een diepte van circa 70 cm. Zowel de beluchtingslang als de kokers dienen met nylon kous omhuld te worden. Het beluchtingkanaal dient aan de bovenzijde te worden afgesloten met een BELU-deksel, enkele centimeters boven maaiveld. Bij afwerking met een BELU-rooster in de verharding is dient het beluchtingkanaal te eindigen onder de verharding.

Bij doorlopende bewortelingssleuven dient de beluchtingslang als een doorlopende ringleiding met tussenverbindingen circa 2 meter van de boom geplaatst te worden. In de tussenverbindingen dient het BELU-T-stuk geplaatst te worden ( 2 per boom), bij grotere bomen ook nog op de doorlopende ringleiding (4 per boom).