Venti-systeem

Om een goede bodembeluchting te verkrijgen dienen per boom minimaal twee ventilatiekanalen geplaatst te worden, bestaande uit een VENTI-kanaal die op een VENTI-T-stuk is geplaatst. Het VENTI-T-stuk verbindt dit met een extra geperforeerde beluchtingslang, type Aireal Tube. De Aireal Tube dient als een ringleiding aan de buitenzijde van het plantgat geplaatst te worden op een diepte van circa 70 cm. Zowel de beluchtingslang als de kokers dienen met nylon kous omhuld te worden. Het ventilatiekanaal is aan de bovenzijde afgesloten met een VENTI-afdekkap met gaten, enkele centimeters boven maaiveld. Bij afwerking met een BELU-rooster in de verharding is dient het ventilatiekanaal te eindigen onder de verharding. Bij beplantingsleuven dient de beluchtingslang als een doorlopende ringleiding met tussen verbindingen geplaatst te worden.